woensdag 16 mei 2012

Twente OetinTwente

Oetintwente deel 3

In Twente vinden we een glooiend landschap met vele ‘bergen’ of stuwwallen; deze stuwwallen zijn ontstaan in de vroege ijstijd. De bodem was toen het hele jaar bevroren en een dikke ijslaag bedekte toen ook Twente. Vanaf de rand van het landijs drongen vooruitstekende, wel 100 meter dikke, ijstongen de rivierdalen binnen; zij duwden daarbij met enorme krachten de zijkanten van die dalen weg; nadat het ijs was gesmolten bleven de stuwwallen in het landschap achter; deze stuwwallen bestaan uit leem, zand, klei en grind. Door de leemlagen komt water op veel plaatsen spontaan uit de bodem opwellen (bronnen) en door de ondoorlatende lagen wordt het water via beken afgevoerd.
Deze beken komen bij elkaar en worden zodoende steeds groter; in het westen komen ze uiteindelijk in de Regge en in het oosten stromen ze in de Dinkel.




Jammer genoeg zijn vele beken gekanaliseerd en het aantal natuurlijke of kronkelende beken is sterk afgenomen. Vaak vinden deze meanderende of kronkelende beken watermolens op hun pad; vroeger waren dit veelal papiermolens, maar later zijn deze vaak omgebouwd tot korenmolens.
Het na de ijstijd smeltende water liet een zéér grillig landschap achter met heuvels en gaten en in de gaten vormden zich meertjes die via het voedselrijke grondwater dichtgroeiden met waterplanten;  de afgestorven plantenresten hoopten zich op tot veenlagen die op een gegeven moment zo dik werden dat de bovenste plantenlaag niet meer bij het voedselrijke grondwater kon komen Toen kwamen er speciale plantensoorten, de veenmossen, die alleen van de lucht en het regenwater konden leven. Deze echte makers van het veen, de veenmossen, groeien aan de bovenkant en sterven af aan de onderkant; in de loop der eeuwen groeide dit hoogveen meters boven het grondwaterpeil.
Dit hoogveen werd sinds de middeleeuwen uitgespit (turfsteken) Deze turfwinning, via het hoogveen, werd in de loop van de 17e eeuw een belangrijke energiebron.
Staatsbosbeheer wil de laatste tijd de overgebleven veengebieden zo goed mogelijk beheren en voor het nageslacht bewaren, dit doet zij door allerlei technieken toe te passen, waardoor zoveel mogelijk regenwater wordt vastgehouden en veen vorming via veenmossen voortgang kan vinden.






De essen en houtwallen zijn ook een zeer karakteristiek onderdeel van het Twentse landschap.
Een es is een bolling in het landschap, op deze bolling is men vroeger vaak begonnen met landbouw; om nu de grond vruchtbaarder te maken bracht men ‘heideplaggen met mest’ op de es. Langzamerhand werd de es zo steeds hoger. Op de es stond veelal een solitaire boom als baken. Als vee-kering werden vroeger overal tussen de percelen houtwallen aangelegd.
De laatste tijden verdwijnen deze wallen regelmatig omdat percelen worden samengevoegd of omdat ze wegkwijnen door gebrek aan onderhoud wegens de hoge kosten.
Twente vaak genoemd als tuin van Nederland heeft vele prachtige tuinen, zoals de tuinen van Twickel en Warmelo; daarnaast zijn er ook enige particuliere tuinen, die de moeite meer dan waard zijn zoals Boomkamp Gardens, beeldentuin Groeneveld, ‘t Vossenheem en rozentuin De Border bij Landgoed Twickel.
Twente (‘het Twentse Ros’) is een echt paardenland veel internationale ruiters komen uit Twente; er is zelfs een paardenmelkerij (boer Sand) en een paardenrusthuis (stal Lenferink).
Twente, met het gevarieerde landschap, heeft alles natuur en cultuur.

“A-j de oagen in ‘n tuk hebt zee-j nich völ!”

www.oetintwente.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten