woensdag 16 mei 2012

OetinTwente

Oetintwente deel 2

Twente
Ik ga in deze blogs op pad: te voet, op de pedalen of per auto door het prachtige Twenteland.

‘Er ligt tussen Dinkel en Regge een land, ons schone en nijvere Twente’ aldus het volkslied van Twente (J.J. Deinse).
Twente is een gebied dat ligt in Oost-Nederland en wel in Oost-Overijssel, het gebied  tussen de Sallandse Heuvelrug en de Duitse grens enerzijds en tussen Engbertsdijkvenen (Vriezenveen) en het Haaksbergerveen anderzijds.
Twente is een gebied met verborgen schoonheden; vele kleine landschapselementen, zoals heggen, poelen, beken, essen, vennen, heidevelden, veengebieden, akkers, weidegebieden en houtwallen kenmerken dit rustige gebied; een gebied waar natuur en cultuur hand in hand gaan. Ook de in het groen verscholen, eeuwenoude boerderijen met vakwerkschuren, soms met bakhuis en Bentheimer waterput, doen ons genieten van dit fraaie, glooiende Twenteland.





Op vele daken van deze oude boerderijen zijn houten geveltekens bevestigd; het zijn symbolen die voortkomen uit het katholieke, protestantse geloof of uit oude volksgeloven;
enkele voorbeelden zijn bijvoorbeeld het donderbezem- en paardenkoppenmotief;
ook de stiepel, de middenpaal van de schuurdeuren, is vaak versierd met een teken.
Oorspronkelijk had het teken de functie om bescherming en zegen te geven aan huis en have en aan de bewoners van de boerderij. In vroegere tijden, toen vele natuurverschijnselen nog onbegrepen waren, werd de mens immers voortdurend door boze machten bedreigd. Men dacht toen dat de geesten en voorouders verantwoordelijk waren voor misoogsten en veeziekten en zelfs voor ziekten en rampen in een mensenleven. Niet alleen de houten gevels waren behulpzaam bij voorspoed, ook werd er bijvoorbeeld een vlierstruik bij het karnhok geplant tegen het zuur worden van de melk en een pol huislook op het dak van de boerderij bracht geluk.
De Twentse boerderijen hebben vaak gekleurde luiken als teken dat deze boerderijen toebehoren aan een landgoed of kasteel, bijvoorbeeld boerderijen die horen bij het landgoed Twickel hebben zwart-witte luiken.
Vele havezaten en kastelen, oude kerken en molens, vaak liggend in een glooiend landschappelijk gebied, maken Twente kompleet.
Helaas wordt de laatste tijd het telen van maïs in plaats van graan financieel aantrekkelijk voor de boer, zodat het landschap soms een minder mooi aanzien krijgt;
ook de vele aanplant van coniferen is niet altijd een verfraaiing van het landschap,het golvende goudgele graan met korenbloemen doet het beter op de essen.
Zoals het Twentse landschap is, zo zijn ook de echte Twentenaren, soms wat gesloten, maar wel gastvrij en zeer behulpzaam. Vooral tegen echte ‘Hollaanders’ zijn zij in het begin gesloten, want ‘Dee könt zo met ’n bek’ is hun mening en volgens ‘de Twent’ moet je oppassen voor ‘gladde jongens’!
Je vraagt een Westerling die uit eten is geweest hoe was het?
‘de Westerling’ zegt: ‘zalig, ontzettend heerlijk gegeten!’
‘de Twent’ zegt: ‘’t kon minder!’
‘De Twent’ beschikt over een dosis wijze humor dit komt vooral tot uitdrukking in de prachtige Twentse spreuken, zoals:
‘Zegt weinig en iej zölt völ in de gaatn hemn!
Ne snig (slak) op de goode weg, weent ’t van nen haazn dee verkeerd löp!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten